Vlas voor o.a. vlasstrooisel wordt in heel West-Europa verbouwd, voornamelijk in het noorden van Frankrijk, België en Zeeuws-Vlaanderen. In de maanden Maart en April wordt het ingezaaid met vlaszaad. De groeicyclus van de vlas plant is kort, tussen het inzaaien en oogsten zit maar honderd dagen. In die honderd dagen groeit de plant tot zo’n 80 tot 120 cm, waarna deze bloeit met blauwe of witte bloemen. Na de bloei ontstaan zaaddozen die de nieuwe zaden bevatten.
De prachtig gekleurde vlasvelden die ontstaat zijn echter maar van zeer korte duur, de vlasplant bloei namelijk maar een enkele dag.
Oogst van Vlas
In Juli worden de vlasplanten geoogst. Dit gebeurt niet door middel van maaien, maar de planten worden met wortel en al uit de grond getrokken. De reden hiervoor is tweeledig de maaimachines kunnen namelijk vast lopen op de stugge vlasstengel en het trekken van de vlas geeft een hogere vezelopbrengst.
Drogen van het Vlas
Na het oogsten wordt het vlas in lange rijen neergelegd om te drogen. Als deze voldoende gedroogd zijn worden de zaaddozen verwijderd. Dit wordt repelen genoemd. Repelen doe je met een zogenaamde vlaskam ook wel repel genoemd, waarmee je de zaaddozen van de stengel haalt. De vlaszaden worden onder andere gebruikt voor de productie van lijnzaadolie.
Roten en Keren van Vlas
Een vlasstengel bestaat uit een holle houtpijp ook wel vlasleem genoemd, daar omheen liggen een 30 à 40-tal vezelbundels, welke zijn ingebed in een plakkerig pectinelaagje. Dit geheel wordt beschermd door een schorsachtige schors (houtstengel). Na het drogen wordt het vlas blootgesteld aan vocht om deze pectine af te breken die de vezels bijeenhoudt. Dat word roten genoemd.
Roten is eigenlijk een soort rottingsproces. Het zorgt ervoor dat het pectinelaagje tussen de houtstengel en de verzelbundels los van elkaar komen. Als dit proces vergenoeg wordt het vlas wederom gedroogd en meerdere malen gekeerd. Zodra het vals voldoende gedroogd is wordt het machinaal opgerold tot grote ronde vlasbalen.
Zwingelen van het Vlas
Het zwingelen gebeurt tegenwoordig machinaal. De vlasbalen worden in de zwingelmachine gestopt, waarna de vezels van het stro wordt gescheiden. De korte vezel, ook wel lokken genoemd worden gebruikt voor het spinnen van touw en grove garens. Van de lange vezels, lint genoemd wordt fijn garen van gesponnen, welke wordt gebruikt de productie van linnen. Het overgebleven stro wordt gebruikt voor de productie van vlasstrooisel.
Hakselen en verpakken van Vlasstrooisel.
Het vlasstro dat uiteindelijk overblijft wordt gehakseld tot kortere formaten, welke vervolgens worden schoon geblazen om het zoveel mogelijk stofvrij te maken. Dan rest alleen nog het verpakken en afstapelen op de pallet om te kunnen versturen naar de klant.
Bestel Direct Vlasstrooisel!